Deze twee sonnetten heb ik vorige week geschreven. Ik hoop dat er mensen zijn die het mooi vinden. Ongewild stap ik van de vaste wal. Om elders een fier eiland te vinden. Woest geblazen door warrige winden. Vrezend dat ik plots van de zijde val. Woelige baren spelen met mijn schip. Ontvreemden mij de macht over het roer. Vervreemden mij van de koers die ik voer. Doen mij schier scheren langs menige klip.

Nevel gumt alles boven de grasvlakte uit. Verjaardag overleden oudste zus! Dat de mosterd smaken mag van harte. Elke maand weer volle maan. Wat onze overheid beslist niet wil,. Dat iedereen dat spul maar zo kan kopen. Voor het verkrijgen van die zelfmoordpil. Omdat ik geen honger, geen dorst lijd,.

Een jongen baant zich een weg door de wind en het drukke verkeer. De dichter gebruikt een beeldrijke taal om zijn tocht te beschrijven.

057 Ik ben blij met onze vriendschap. 058 Ik ben wie ik ben. 066 Ik hou van jou. 068 Kijk eens om je heen. 070 Pijn in mijn hart. 324 Kom er wel bovenop. 328 Voordat ik je had gezien. 331 Denk met liefde terug. 333 Maar toen kwam jij.

Wat vind je op deze blog? Op deze website vind je de gedichten die door de leerlingen van 4G geselecteerd zijn naar aanleiding van Gedichtendag. Hoe zullen we elkaar herkennen. Op haar zat ik te wachten. Zij kust hem niet langer slaapwel.